Wat is schematherapie?
Schematherapie (ST) is een vorm van therapie waarbij je hardnekkige disfunctionele patronen leert herkennen en veranderen. Hierdoor zul je een betere band ontwikkelen met jezelf en gezonder interacteren met andere mensen. Om dit te bereiken ga je onderzoeken wat voor invloed ervaringen uit je jeugd of jongvolwassenheid hebben gehad op hoe je nu denkt en je gedraagt. Ook ga je onderzoeken wat je eigenlijke behoeften zijn en leer je hoe je daar beter voor kan zorgen. Hierdoor voel je je emotioneel meer in balans.
Voor wie is schematherapie?
Schematherapie wordt vaak ingezet bij mensen waarbij diepgewortelde patronen (vaak ontstaan in de jeugd) in de volwassenheid disfunctioneel zijn. Het gaat dan om patronen die ervoor zorgen dat je op een ongezonde manier met jezelf omgaat of moeilijkheden hebt in de interactie met anderen. Schematherapie wordt vaak ingezet als cognitieve gedragstherapie onvoldoende heeft gewerkt. Wanneer je aanhoudende en moeilijk te veranderen gedachten, gevoelens en herinneringen hebt die leiden tot problematische en destructieve gedragspatronen kan dit het geval zijn. Uit onderzoek in de schematherapie blijkt dat de behandelvorm effectief kan zijn bij de behandeling van persoonlijkheidsstoornissen, depressie, angststoornissen, eetstoornissen en middelenmisbruik.
Wat is een schema in schematherapie?
Een schema is een manier waarop je je opstelt naar jezelf en de wereld om je heen. Het concept komt voor in cognitieve psychologie en verschillende vormen van psychotherapie. Je gebruikt een schema om dingen die je meemaakt te interpreteren en er betekenis aan te geven. Een schema bestaat uit overtuigingen, gevoelens, herinneringen en lichamelijke sensaties en heeft invloed op hoe je voelt en gedraagt. Zo’n schema ontstaat door ervaringen uit jeugd, de mate waarin in je basisbehoeften is voldaan en je temperament. Wanneer er voldaan is aan je basisbehoeften als kind, kun je functionele schema’s ontwikkelen. Ze stellen je in staat om op een gezonde manier met jezelf en de wereld om je heen om te gaan. Wanneer er onvoldoende voldaan is in je basisbehoeften in hechte relaties (bijvoorbeeld wanneer je je ouders niet kon vertrouwen) kan er een disfunctioneel schema ontstaan. In de volwassenheid wordt zo’n schema geactiveerd in situaties die lijken op herinneren aan negatieve ervaringen tijdens de jeugd. Een persoon die bijvoorbeeld vaak in de steek gelaten is door een ouder kan worden getriggerd als zijn of haar partner wat later thuis komt van werk zonder het te zeggen. Er wordt dan gezegd dat het schema wordt geactiveerd en dat de persoon sterke gevoelens, gedachten en fysieke reacties ervaart. Binnen schematherapie (ST) wordt aangenomen dat schema’s factoren zijn voor psychologische kwetsbaarheid en de basis vormen voor verschillende soorten psychische problemen. Wanneer een disfunctioneel schema geactiveerd wordt, kun je in de volwassenheid dus op een buitenproportionele manier op een situatie reageren. Je leert dit te veranderen tijdens een behandeling.
Basisbehoeften in schematherapie
Een veilige band met andere mensen hebben.
De volgende basisbehoeften van een kind dienen vervuld te worden door hechte relaties (zoals de ouder(s) of verzorgers) om gezonde schema’s en modi te ontwikkelen.
Veilige hechting, acceptatie, fysieke en emotionele verzorging
Realistische grenzen en zelfcontrole
Vrijheid om je behoeften en emoties te uiten
Autonomie, competentie en identiteitsgevoel
Spontaniteit en plezier kunnen uiten
Welke schema’s zijn er in schematherapie?
Er wordt onderscheid gemaakt tussen 5 domeinen die verschillende tekorten vertegenwoordigen en waarop verschillende disfunctionele schema’s van toepassing kunnen zijn.
Afwezigheid en afwijzing in hechte relaties Dit domein gaat over het vermogen om positieve relaties aan te gaan en omvat de volgende schema’s:
Verlating/instabiliteit: een onbewuste overtuiging dat verlating en sociale instabiliteit onvermijdelijk zijn. De overtuiging dat mensen die je leert kennen je vroeg of laat in de steek zullen laten.
Wantrouwen/uitgebuit: dat andere mensen niet te vertrouwen zijn.
Emotionele verwaarlozing: de overtuiging dat niet aan de eigen emotionele behoeften zal worden voldaan.
Tekort/schaamte: de overtuiging dat je tekortschiet en dus altijd vroeg of laat afgewezen zal worden door een ander.
Sociaal isolement: een constante eenzaamheid en een gevoel van uitsluiting in het dagelijks leven
**Gebrek aan autonomie en prestatiegerelateerde problemen **Dit domein gaat over het vermogen om een goed gevoel van eigenwaarde te behouden en zelfstandig te functioneren:
Afhankelijkheid/onbekwaamheid: overtuiging van het eigen onvermogen, ofwel dat je niet in staat bent om zelf beslissingen te nemen en dus op anderen moet vertrouwen.
Kwetsbaarheid voor gevaar en ziekte: een constant gevoel dat de wereld te uitdagend is en dat je de uitdagingen waarmee je wordt geconfronteerd niet aankan.
Verweven/onontwikkeld zelf: wanneer een zeer hechte relatie met iemand anders betekent dat je jezelf niet ontwikkelt en jezelf niet leert kennen.
Falen: de overtuiging dat dingen altijd zullen mislukken.
Gebrek aan vermogen om eigen grenzen te stellen Dit domein gaat over zelfbeheersing en persoonlijke grenzen en omvat de volgende schema’s:
Betiteling/grandiositeit: de overtuiging dat de een speciaal en beter is dan de ander.
Onvoldoende zelfbeheersing en zelfdiscipline: je mist het vermogen om impulsen te bedwingen en adequaat te handelen.
Overdreven vrijgevigheid en onbaatzuchtigheid Dit domein gaat over schema’s die ervoor zorgen dat je de behoeften van anderen boven die van jezelf stelt:
Onderwerping: je voelt de behoefte je aan anderen te onderwerpen vanwege een onderliggende angst om gestraft of afgewezen te worden.
Zelfopoffering: de behoeften van anderen boven die van jezelf stellen of onevenredige persoonlijke offers brengen om anderen te helpen.
Bevestiging zoeken: constant zoeken naar de goedkeuring van anderen. Het omvat ook de overtuiging dat de goedkeuring van anderen belangrijker is dan trouw zijn aan jezelf.
Hyper-gefocust op kleine dingen en overmatige remming van emoties/gedragingen Dit domein omvat voornamelijk schema’s die leiden tot chronische vermijding van falen. Deze gedragspatronen stimuleren een overmatige focus op kleine dingen en het verlangen om je aan regels te houden:
Negativisme/pessimisme: hoge mate van negativiteit en pessimisme. Je bent er van overtuigd dat het leven als geheel meer negatieve dan positieve dingen bevat. Je hebt weinig hoop voor de toekomst.
Emotionele remming/overbeheersing: je denkt dat je emotionele uitingen moet beheersen om niet sociaal afgewezen te worden.
Onophoudelijke eisen: je stelt zeer hoge eisen aan jezelf. Je moet altijd de beste zijn en hebt andere perfectionistische neigingen.
Bestraffend: de overtuiging dat men of jijzelf moet worden gestraft voor fouten.
Welke disfunctionele coping strategieën zijn er?
De manier waarop je omgaat met een schema kan disfunctioneel zijn. We noemen dat een disfunctionele coping strategie. Coping strategieën worden meestal ingedeeld in drie verschillende primaire menselijke reacties op stress: vechten, vluchten of inactiviteit. Dit zijn geen strategieën die uniek zijn voor mensen, we zien ze overal in het dierenrijk. Het verschil tussen mens en dier is echter dat de oorzaak van menselijke stress aanzienlijk complexer en moeilijker te begrijpen is. Hieronder staan de drie algemene coping stijlen:
Overcompenseren (gevecht)
De persoon bestrijdt zijn schema’s door het tegenovergestelde te omarmen. Als ze zich als kind waardeloos voelden, proberen ze als volwassene perfect te zijn. Als ze worden opgevoed door ouders die overdreven autoritair zijn, kunnen ze de neiging ontwikkelen om elke autoriteit waarmee ze in contact komen te trotseren. Het kan positief zijn om te proberen je schema te overwinnen door gedrag te proberen dat er tegenin gaat, maar de neiging bestaat dat dit op een overdreven manier gebeurt en dat de innerlijke pijn blijft bestaan of je in conflict komt met anderen, zelfs als je in het tegenovergestelde handelt.
Vermijden (vluchten)
Vermijding betekent dat de persoon manieren vindt om zijn leven in te richten waarbij het schema nooit echt wordt geactiveerd. Het resultaat is dat veel dingen die het mogelijk kunnen veroorzaken, worden vermeden. Het kunnen zowel gedachten als situaties zijn en hoeft ook weer geen bewust proces te zijn. Zo kunnen mensen die bang zijn om te falen bijvoorbeeld vermijden om een baan aan te nemen die bij hun capaciteiten past, zodat ze niet met hun schema geconfronteerd hoeven worden.
Onderwerpen (passiviteit)
Soms kunnen mensen leven alsof een disfunctioneel schema waar is en dus situaties opzoeken die voldoen aan de overtuiging dat het schema in stand blijft. Als de persoon bijvoorbeeld als kind fysiek of psychologisch is mishandeld, kan de neiging ontstaan om een partner op te zoeken die hetzelfde gedrag vertoont. Net als de vorige twee coping stijlen kan dit geheel onbewust gebeuren.
Wat zijn modi in schematherapie?
Modi zijn soorten wisselende gemoedstoestanden waarin je kunt verkeren. Een modus bestaat uit gedachten, gevoelens en gedrag op een bepaald moment. Als schema’s hardnekkig en langdurig van aard zijn, kan van modi worden gezegd dat ze van korte duur zijn. Bij gezonde mensen zijn de modi relatief stabiel, voorspelbaar en functioneel, maar bij mensen met psychische aandoeningen kunnen de modi vaak wisselen en zeer intens zijn in hoe ze tot uiting komen. Ze kunnen dan disfunctioneel zijn omdat ze leiden tot moeilijke interacties met anderen of omdat ze niet voorzien in je eigenlijke behoeften.
Onderzoekers hebben vier verschillende soorten modi geïdentificeerd: kindmodi, disfunctionele coping modi, disfunctionele oudermodi en de gezonde volwassenmodus. De uiting van de meeste modi staan niet in verhouding tot de situatie die zich aandient. De gezonde volwassene en het blije kind uiten zich wel op een manier die in verhouding staat tot de situatie en leiden tot de juiste voorziening in de eigenlijke behoefte.
Kindmodi
Kwetsbaar kind – als je je klein, onbegrepen, incompetent of hulpeloos voelt
Boos kind – wanneer iemand intense woede en ongeduld voelt met betrekking tot fysieke en emotionele basisbehoeften
Impulsief kind – wanneer iemand impulsief handelt, vaak door te zoeken naar bevrediging op korte termijn
Gelukkig kind – Voelt zich nodig, geliefd, emotioneel vervuld en verzorgd
Disfunctionele coping modi
Onderdanige berusting – wanneer iemand passief en onderdanig is en voortdurend op zoek is naar bevestiging. Tolereert misbruik en algemene mishandeling en kiest vaak partners die het psychologische schema in stand houden
Emotioneel afstandelijke bescherming – wanneer je je eigen gevoelens en behoeften negeert, je emotioneel van anderen distantieert en hulp van buiten afwijst.
Overcompenseren – Kan inhouden dat je je agressief en dominant gedraagt. Arrogantie, manipulatie, neerbuigend gedrag en het zoeken naar status komen vaak voor. Maar het kan ook betekenen dat je rigide en perfectionistisch overheersend bent.
Disfunctionele oudermodi
Straffende ouder – In deze modus ben je bestraffend voor jezelf of anderen. Dit kan leiden tot zelfbeschadiging en fysiek geweld tegen anderen.
Overmatig veeleisende ouder – In deze modus bekritiseer je veel van jezelf en stel je onredelijk hoge eisen aan jezelf.
Gezonde volwassen modus
Je kunt op een gezonde en verantwoorde manier je eigen behoeften zien en er in voorzien. Met een gezonde volwassene modus kun je jezelf bevestiging geven en jezelf verzorgen wanneer je kwetsbaar bent. Ook kun je duidelijke grenzen stellen voor jezelf wanneer je impulsief en boos bent. De gezonde volwassen modus voorkomt dat kindmodi, disfunctionele coping-modi en geïnternaliseerde oudermodi schade toebrengen. Bij schematherapie is het een belangrijk doel om een sterke, gezonde volwassen modus te ontwikkelen of te versterken zodat je leert om goed in je eigenlijke behoeften te voorzien.
FAQ
Waar komt schematherapie vandaan? ST is ontwikkeld door de Amerikaanse psycholoog dr. Jeffrey Young. Dr. Young ontwikkelde ST om patiënten te helpen bij wie de psychische problemen niet verbeterden met cognitieve gedragstherapie (CGT). Samenvattend wordt ST beschreven als een integratieve vorm van therapie die behoort tot de CGT-school, maar waar invloeden uit andere oriëntaties zoals Gestalttherapie en gehechtheidstheorie in het model zijn geïntegreerd. Schematherapie gaat ervan uit dat er geen enkele aanpak is die voor alle patiënten werkt, en dat behandelingen speciaal moeten worden aangepast aan het individu.
De ontwikkeling van ST begon als een poging om een behandelmethode te vinden die werkt voor mensen met langdurige depressieve stoornissen die niet zijn geholpen door klassieke CGT, maar is in de loop der jaren een steeds waardevollere en gebruikte methode geworden in verschillende klinische contexten. ** Kan ik me slechter gaan voelen tijdens schematherapie?** Ja, je kunt je tijdelijk minder goed voelen tijdens het volgen van schematherapie. Je meest kwetsbare kant wordt naar boven gehaald. Daarom kan dit een ‘zware’ therapie zijn. Het is echter nodig je kwetsbare kant bloot te leggen om jezelf te helen. Het gaat om een tijdelijk effect. Het is de bedoeling dat je uiteindelijk beter in je eigenlijke behoeften leert voorzien, waardoor je je over het algemeen beter kan voelen.
Kan ik elementen van schematherapie aanvragen bij Mindler? Samen met jouw psycholoog kijk je welke behandeling het beste bij je kan passen. Je kunt aangeven welke behandeling jou het meest geschikt lijkt en waarom. Uiteindelijk worden de behandeltechnieken die ingezet waarvan de psycholoog inschat dat ze het beste passen.