Kwaliteitsstatuut van Mindler

Goedgekeurd kwaliteitsstatuut ggz – Instelling format C

Per 1 januari 2017 zijn alle aanbieders van ‘geneeskundige ggz’, dat wil zeggen generalistische basis ggz en gespecialiseerde ggz binnen de Zorgverzekeringswet, verplicht een kwaliteitsstatuut openbaar te maken. Dit betreft een goedgekeurd kwaliteitsstatuut.

I Algemene informatie

  1. Gegevens ggz-aanbieder

Naam instelling zoals bekend bij KVK: Mindler B.V. Hoofd postadres straat en huisnummer: Stadhouderskade 55 Hoofd postadres postcode en plaats: 1072AB Amsterdam Website: mindlercare.com/nl KvK nummer: 75643650 AGB-code 1: 22221135

  1. Gegevens contactpersoon/aanspreekpunt

Naam: Taco Oerlemans  E-mailadres: taco.oerlemans@mindler.nl  Tweede e-mailadres: ferry.helderman@mindler.nl

  1. Onze locaties vindt u hier:

Link: mindlercare.com

  1. Beschrijving zorgaanbod en professioneel netwerk:

4a. Beschrijf in maximaal 10 zinnen de algemene visie/werkwijze van uw instelling en hoe uw patiëntenpopulatie eruit ziet. Bijvoorbeeld: Op welke problematiek/doelgroep richt uw instelling zich, betrekt u familie/omgeving in de behandeling, past u eHealth(toepassingen) toe, etc.: 

Mindler behandelt volwassenen met psychische problemen en klachten in de GGZ. Hierbij ligt de focus op behandeling in de Kortdurende Generalistische GGZ. Behandeling vindt uitsluitend plaats middels beeldbellen, c.q. video gesprekken, welke ondersteund worden door eHealth. 

In het kader van de behandeling, begeleiding en nazorg werkt de instelling structureel samen met de verwijzende huisartsen. Daarnaast worden er gesprekken gevoerd waarin de mogelijkheden voor samenwerking met aanbieders van (online) Specialistische GGZ verkend worden.

Een verwijzing naar Mindler gaat altijd via de huisarts of in sommige gevallen via de medisch specialist of GGZ hulpverlener. De Mindler backoffice en het customer service team zijn beschikbaar om ondersteuning te bieden bij het in goede banen leiden hiervan.

4b. Patiënten kunnen met de volgende problematiek bij Mindler terecht (zoals aandachtsgebieden, type klachten en behandelvorm): Binnen Mindler worden de meest voorkomende psychische stoornissen bij volwassenen behandeld, in de range van licht tot matig ernstig in aard.  Binnen het landelijke Kwaliteitsstatuut GGZ kan het door Mindler geleverde zorg getypeerd worden als vallend binnen “Categorie A”: situaties waarin zowel de problematiek als het zorgaanbod laag-complex is. Hierbij kan gedacht worden aan: depressieve stoornissen, angststoornissen, dwangstoornissen, trauma- en stressorgerelateerde stoornissen en somatoforme stoornissen. Daarnaast worden ook vaak mensen met autisme spectrum stoornissen en ADHD gezien, mits de diagnose hiervan reeds eerder vastgesteld is. Als laatste worden soms ook cliënten met andere stoornissen binnen Mindler behandeld, mits de klacht en hulpvraag passend is binnen een kortdurend behandeltraject en er onderliggend geen sprake is van een complexe diagnostische vraag.

4c. Biedt uw organisatie hoogspecialistische ggz (3e lijns ggz): 

Nee 

4d. Heeft u nog overige specialismen: (optioneel, meerdere antwoorden mogelijk):

Mindler biedt tevens preventieve en curatieve zorg aan medewerkers van bedrijven, gericht op het voorkomen en terugdringen van ziekteverzuim.

  1. Beschrijving professioneel netwerk:

Binnen het professioneel netwerk van Mindler zijn er een aantal andere zorgaanbieders met wie structureel overleg gevoerd wordt. Zo neemt Mindler deel aan de Netwerkbijeenkomsten Digitale Zorg. Dit netwerk heeft ten doel de toegankelijkheid van zorg te vergroten door een zorgkaart te creëren voor het digitale (GGZ) landschap en door tot afspraken te komen over onderlinge doorverwijzingen. 

Ten behoeve van de individuele zorgverlening aan cliënten, zijn met de zorgaanbieders in het hierboven genoemde Netwerk Digitale Zorg tevens afspraken gemaakt over het eventueel (anoniem) overleggen over casuïstiek en het vereenvoudigd te verwijzen.

Als laatste beschikken de landelijk werkende en veelal ervaren behandelaren van Mindler over een groot informeel professioneel netwerk. Ten behoeve van het bieden van goede zorg aan of het adequaat verwijzen van individuele cliënten kunnen behandelaren overleggen met externe zorgverleners en gebruik maken van diens kennis en expertise.

  1. Onze instelling biedt zorg aan in:

Omdat in het Zorgprestatiemodel nog wordt gewerkt met een onderscheid in basis- en specialistische ggz wordt tijdelijk deze vraag ook opgenomen in het kwaliteitsstatuut. Dit onderscheid zal in de toekomst vervallen en dan blijft uitsluitend de indeling in categorieën over.

6a. Mindler heeft aanbod in:  de generalistische basis-ggz: 

– Gz-psycholoog  – Psychotherapeut  – Klinisch psycholoog

6b. Mindler heeft aanbod in de categorieën van complexiteit van situatie: Categorie A Indicerend regiebehandelaar:  – GZ psycholoog  – Psychotherapeut  – Klinisch psycholoog 

Categorie A Coördinerend regiebehandelaar: – GZ psycholoog  – Psychotherapeut – Klinisch psycholoog 

  1. Structurele samenwerkingspartners

Mindler B.V. werkt ten behoeve van de behandeling en begeleiding van patiënten/cliënten samen met (beschrijf de functie van het samenwerkingsverband en wie daarin participeren (vermeldt hierbij NAW-gegevens en website)): 

Uiteraard werken de behandelaren van Mindler ten behoeve van de zorg aan hun cliënten samen met de huisartsen en de POH GGZ’en. Als de cliënt hiermee instemt, wordt de huisarts (en in het verlengde hiervan de POH GGZ) op zijn minst geïnformeerd en waar nodig betrokken bij de behandeling. 

In het adviesgesprek, de tussenevaluatie of de eindevaluatie kan naar voren komen dat Mindler niet de juiste zorgaanbieder is voor een cliënt en dat (bijvoorbeeld) de Specialistische GGZ een meer passend behandelaanbod kan doen. Zoals onder punt 5. genoemd, zijn er enkele (online) aanbieders van Specialistische GGZ met wie Mindler overleg heeft ten behoeve van de samenwerking en om een snelle en adequate verwijzing. 

Als laatste vindt er samenwerking plaats op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. Voor het leveren van goede zorg is ook onderzoek en kennisontwikkeling nodig. We werken hierin samen met Linköpings University en Karolinska Institute in Zweden.

II Organisatie van de zorg

8. Lerend netwerk Mindler B.V. geeft op de volgende manier invulling aan het lerend netwerk van indicerend en coördinerend regiebehandelaren. Indien u een kleine zorgaanbieder bent (2 -50 zorgverleners), dient u ook aan te geven met welke andere zorgaanbieder u zich heeft verbonden om dit lerend netwerk mogelijk te maken. 

Om samen te leren en verbeteren ten behoeve van het leveren van goede zorg, zijn er binnen Mindler verschillende vormen van overleg waaraan behandelaren deelnemen. 

Tijdens de intakefase overleggen behandelaren met hun (indicerend/coördinerend) regiebehandelaar over elke individuele cliënt over de probleemanalyse en indicatiestelling. Daarnaast hebben behandelaren wekelijks overleg met hun regiebehandelaar om te reflecteren over het beloop van behandelingen. Tevens nemen alle (regie)behandelaren deel aan de structureel geplande intervisie bijeenkomsten, hebben (coördinerend/indicerend) regiebehandelaren een eigen structureel ingepland overleg en bestaat er voor alle (regie)behandelaren de mogelijkheid een MDO in te plannen met een klinisch psycholoog om te overleggen over individuele casuïstiek. Als laatste vinden er in het kader van de quality management cycle twee maal per jaar inhoudelijke steekproeven van de dossiers plaats waarin groepen behandelaren reflecteren op een aantal compleet geanonimiseerde dossiers en hierbij door middel van overleg en feedback bespreken welke aandachtspunten er gevonden zijn.

9. Zorgstandaarden en beroepsrichtlijnen

Mindler B.V. ziet er als volgt op toe dat: 

9a. Zorgverleners bevoegd en bekwaam zijn: 

Om er zeker van te zijn dat behandelaren hun vak goed begrijpen en dat zij de best mogelijke behandeling aanbieden, is het belangrijk dat hulpverleners bekwaam en bevoegd zijn in de uitvoering van hun functie. Op de volgende manieren wordt dit binnen Mindler gewaarborgd: 

Bij de werving en selectie van behandelaren richt Mindler zich op psychologen met (minimaal) een MSc in de klinische psychologie, 3 jaar werkervaring als psycholoog in de volwassenzorg GGZ en aanvullende scholing in de Cognitieve Gedragstherapie. Voor regiebehandelaren geldt als aanvullende eis dat zij beschikken over een BIG-registratie als GZ-psycholoog, psychotherapeut of klinisch psycholoog en een AGB-code. Uiteraard worden relevante diploma’s en certificaten gevraagd en gecontroleerd.  Als laatste worden er twee referenties nagegaan en is een positieve Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) een vereiste. 

Met de (regie)behandelaren vinden er binnen Mindler jaarlijkse functioneringsgesprekken plaats waarbij bekwaamheid en opleidingswensen onderwerp van gesprek zijn. 

Naast de harde eisen zoals hierboven benoemd, zijn er enkele voorwaarden welke worden gezien als een ‘pré’:

  • Ervaring met volledig online behandelen 

  • Ervaring met inzet van E-health ter ondersteuning van behandeling

9b. Zorgverleners volgens kwaliteitsstandaarden, zorgstandaarden en richtlijnen handelen:

Landelijk hebben behandelaren in verschillende functies (multidisciplinair) samen met patiënten- en familieorganisaties afgesproken welke zorg zij het beste vinden voor een groep patiënten en hoe zij die zorg willen vormgeven. Dit staat vastgelegd in de ggz richtlijnen, welke zijn gebaseerd op de meest actuele wetenschappelijke inzichten. Het is Mindlers visie dat deze nagestreefd dienen te worden in de behandeling. Op dit moment worden er door werkgroepen van behandelaren binnen Mindler zorgpaden ontwikkeld voor de verschillende stoornisgroepen, welke gebaseerd zijn op de GGZ richtlijnen. 

Naast de richtlijnen van iedere beroepsgroep wordt dit ook in het professioneel statuut en het kwaliteitshandboek geborgd. Naast de wekelijkse MDO’s vindt er zowel supervisie als intervisie plaats, waarbij onderling besproken wordt of procedures op de juiste manier gevolgd worden. 

9c. Zorgverleners hun deskundigheid op peil houden: 

Mindler verwacht van alle medewerkers dat zij zich blijven(d) bij- en nascholen in hun vak om hun kennis en vaardigheden op peil te houden en te blijven voldoen aan de gestelde eisen. Een deel van de nascholingen is verplicht, omdat hiermee de vereiste bevoegd- en bekwaamheden verkregen worden, als bijvoorbeeld de (her)registratie in het BIG register. Daarnaast draagt de directie mede verantwoordelijkheid voor de scholing van medewerkers. Dit proces wordt ondersteund met een centraal opleidingsplan. 

Binnen Mindler wordt het volgende gefaciliteerd en uitgevoerd: supervisie, intervisie, consultatie momenten, interne en externe opleidingen. Tevens komt deskundigheid en persoonlijke ontwikkeling aan de orde tijdens het jaarlijkse functioneringsgesprek. Daarnaast heeft de organisatie op internationaal niveau een intern kennis-en opleidingsinstituut: de Mindler Academy. Doel hiervan is het delen van vak relevante kennis en know-how tussen zorgverleners binnen de verschillende landen waarin Mindler zich vestigt en van elkaar leren.

  1. Samenwerking

10a. Samenwerking binnen uw organisatie en het (multidisciplinair) overleg is vastgelegd en geborgd in het professioneel statuut (kies een van de twee opties): 

Ja 

10b. Binnen Mindler is het (multidisciplinair) overleg en de informatie-uitwisseling en -overdracht tussen indicerend en coördinerend regiebehandelaar en andere betrokken behandelaren als volgt geregeld (beschrijf wat u heeft geregeld voor het uitvoeren van de (multidisciplinaire) overleggen, o.a. samenstelling, overlegfrequentie, wijze van verslaglegging):

Bij de behandeling van elke cliënt zijn vaak meerdere behandelaars betrokken. Eén van hen is de (coördinerend/indicerend) regiebehandelaar. Deze heeft een belangrijke rol in de behandeling en vormt met een eventuele medebehandelaar het centrale aanspreekpunt voor de cliënt en eventueel diens naasten. De regiebehandelaar is verantwoordelijk voor de samenhang en volledigheid van het behandelproces en houdt als het ware ‘de regie’. De regiebehandelaar zorgt ervoor dat er in overleg met de cliënt een behandelplan wordt opgesteld, dit wordt uitgevoerd als gepland, de voortgang hiervan op vaste momenten wordt geëvalueerd en dat dit als dat nodig is, wordt bijgesteld. Deze eventuele aanpassingen worden gedaan na de evaluatie met cliënt, welke in het midden van de behandeling wordt ingepland. Vervolgens wordt tussen regiebehandelaar en behandelaar besproken wat de invloed van deze aanpassingen is op het vervolg van de behandeling. Onder punt 6 staat aangegeven welke zorgverleners regiebehandelaar kunnen zijn bij Mindler. Dit zijn allen academisch opgeleide hulpverleners die zijn opgenomen in het BIG-register (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg). 

De regiebehandelaar wordt door de (mede) behandelaren geïnformeerd over de voortgang van de behandeling. Dit gebeurt door middel van collegiaal overleg en verslaglegging in het dossier. Deze overleggen zijn georganiseerd op vaste (wekelijkse) momenten. Indien gewenst kan de regiebehandelaar er bovendien voor kiezen om vragen in te brengen in een extra overleg (consultatie moment) met een klinisch psycholoog. Behandelaren kunnen deze MDO’s naar behoefte inplannen bij de specialist (klinisch psycholoog), waartoe wekelijks mogelijkheden bestaan. De regiebehandelaar is altijd betrokken bij de start van de behandeling, bij de tussenevaluatie en bij de eindevaluatie en wordt tevens betrokken bij belangrijke wijzigingen in de behandeling. Bij een dreigende crisis wordt naast de regiebehandelaar tevens de lead psychologist betrokken, en/of, de klinisch psycholoog. Als er met spoed een beslissing genomen moet worden, dan kunnen de klinisch psycholoog en de lead psychologist ook zelfstandig over deze onderwerpen beslissen, waarbij de regiebehandelaar achteraf geïnformeerd wordt. 

Een ander punt waarbij de regiebehandelaar betrokken wordt (naast eventuele mede behandelaren), is bij de evaluatie. Afhankelijk van de duur van het behandelplan worden de behandeling, het plan en de doelen ten minste eenmaal geëvalueerd (bij de afsluiting) bij kortdurende behandeltrajecten en ten minste tweemaal bij langer durende behandelingen (halverwege en bij afsluiten van de behandeling). Deze evaluatie vindt plaats met de regiebehandelaar en cliënt en wordt tevens voorbesproken tussen behandelaar en cliënt. Van elk collegiaal overleg, intern overleg en behandelplan evaluatie wordt verslag gedaan in het cliëntdossier. 

Om de juiste zorg te verlenen werken de zorgverleners samen binnen Mindler. Aan ieder behandeltraject is een regiebehandelaar verbonden. Wij vinden het belangrijk dat zorgverleners met elkaar overleggen en advies vragen aan de beschikbare klinisch psycholoog, of andere regiebehandelaar binnen de organisatie, om de cliënt op deze manier de best mogelijke behandeling te geven. Uiteraard wordt de cliënt geïnformeerd over het team dat betrokken is bij de behandeling.

10c. Mindler hanteert de volgende procedure voor het op- en afschalen van de zorgverlening naar een volgend respectievelijk voorliggend echelon: 

Tijdens de evaluatiegesprekken in de behandeling wordt met de cliënt besproken hoe de behandeling voortgezet kan worden. Een evaluatie vindt op gezette tijden plaats maar kan eventueel ook op andere momenten op initiatief van de cliënt of diens behandelaar worden ingepland. Een evaluatie kan leiden tot de volgende mogelijkheden: 

– voortzetting van de behandeling conform behandelplan; 

– intensivering van de behandeling binnen Mindler (al dan niet bij dezelfde hulpverlener);

– vermindering van de intensiteit binnen Mindler; 

– verwijzing naar een andere expert, cq. behandelaar, van een andere organisatie;

– beëindiging van de behandeling en eventueel terugverwijzing naar de huisarts. 

De resultaten van dit evaluatiegesprek worden middels verslaglegging vastgelegd in het dossier van de cliënt. 

Als uit de evaluatie een voorstel voor een wisseling van behandelaar, verwijzing naar een andere organisatie of afsluiting naar voren komt, blijft de regiebehandelaar verantwoordelijk voor de zorgverlening tot het moment dat de cliënt het eerste gesprek heeft gehad met de nieuwe hulpverlener of de afsluiting van het behandeltraject bij Mindler. Als de cliënt binnen Mindler de behandeling voortzet bij een andere behandelaar, dan kan het zijn dat deze onder een andere regiebehandelaar werkt. In het eerste gesprek met zijn nieuwe behandelaar, hoort deze wie de nieuwe regiebehandelaar wordt en de verantwoordelijkheid voor de zorgverlening overneemt.

10d. Binnen Mindler geldt bij verschil van inzicht tussen bij een zorgproces betrokken zorgverleners de volgende escalatieprocedure: 

Wanneer de uitvoering van het behandelplan door een medebehandelaar gedaan wordt, blijft de regiebehandelaar eindverantwoordelijke voor de inhoud en uitvoering van het behandelplan en de samenhang en volledigheid van het behandelproces. In het collegiaal overleg vindt de afstemming tussen de regiebehandelaar en de medebehandelaar hierover plaats. Doorgaans is er bij dit overleg sprake van gezamenlijke besluitvorming. Bij verschil van mening of inzicht over de in te stellen behandeling heeft de regiebehandelaar uiteindelijk de doorslaggevende stem, echter niet eerder dan nadat alle betrokken deskundigen gehoord zijn. 

Indien een verschil van mening of inzicht niet op deze manier kan worden opgelost, wordt de volgende escalatieprocedure gevolgd waarvan zowel de regiebehandelaar als de medebehandelaar gebruik kunnen maken. De (regie)behandelaar legt het vraagstuk met betrekking tot de behandeling, cq. het zorgproces, voor aan de klinisch psycholoog in een van de wekelijks beschikbare MDO overlegmomenten. Indien het een verschil van inzicht een onderwerp betreft waarvoor op basis van diens bekwaamheid en bevoegdheden de klinisch psycholoog (specialist) geraadpleegd dient te worden, dan zal de (regie)behandelaar het advies van de klinisch psycholoog op diens domein opvolgen. 

Wanneer de verschillende betrokkenen een blijvend verschil van inzicht hebben, kan het geschil worden besproken met de Lead Psychologist van Mindler. Deze besprekingen zijn gericht op het oplossen van het probleem in de samenwerking rond een bepaalde patiënt of vanuit een meer algemeen verschil van behandelvisie. Daarbij is wel van belang te beseffen dat de behandelaar, die –  omdat dit binnen zijn deskundigheidsgebied valt – inhoudelijk verantwoordelijk is voor (bepaalde aspecten van) de behandeling van de patiënt, verantwoordelijk blijft voor dit behandelbeleid en dat deze verantwoordelijkheid niet bij het MDO of de lijn ligt. 

  1. Dossiervoering en omgang met patiëntgegevens

11a. Ik vraag om toestemming van de patiënt/cliënt bij het delen van gegevens met niet bij de behandeling betrokken professionals: 

Ja 

11b. In situaties waarin het beroepsgeheim mogelijk doorbroken wordt, gebruik ik de daartoe geldende richtlijnen van de beroepsgroep, waaronder de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld (bij conflict van plichten, vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld), het stappenplan materiële controle en ik vraag het controleplan op bij de zorgverzekeraar (bij materiële controle): 

Ja 

11c. Ik gebruik de privacyverklaring als de patiënt/cliënt zijn diagnose niet kenbaar wil maken aan zijn zorgverzekeraar/ NZA: 

Ja

  1. Klachten en geschillenregeling

12a. Patiënten/cliënten kunnen de klachtenregeling hier vinden (kies een van de twee opties): Link naar klachtenregeling: https://www.degeschillencommissiezorg.nl/klachtenloket-zorg/

12b. Patiënten/cliënten kunnen met geschillen over een behandeling en begeleiding terecht bij Naam geschilleninstantie waarbij instelling is aangesloten: De Geschillencommissie Zorg Contactgegevens: 070-310 53 92 

De geschillenregeling is hier te vinden:  Link naar geschillenregeling: https://www.degeschillencommissiezorg.nl/

III. Het behandelproces – het traject dat de patiënt in deze instelling doorloopt

  1. Wachttijd voor intake/probleemanalyse en behandeling en begeleiding

Cliënten vinden informatie over wachttijden voor intake en behandeling en begeleiding via deze link of document (en kunnen deze telefonisch opvragen). De informatie is –indien het onderscheid van toepassing is– per zorgverzekeraar en per diagnose. 

Upload van uw document met wachttijden voor intake en behandeling op www.ggzkwaliteitsstatuut.nl

14. Aanmelding en intake/probleemanalyse 

14a. De aanmeldprocedure is in de organisatie als volgt geregeld (wie ontvangt de telefonische aanmelding, wie doet de intake, hoe verloopt de communicatie met de patiënt):

Nadat de huisarts hen heeft verwezen, kunnen cliënten zichzelf online aanmelden voor behandeling. Hiertoe dienen ze de Mindler app te downloaden op hun telefoon en zichzelf te registreren als nieuwe gebruiker. In de vervolgstappen in de app, dient de cliënt vervolgens akkoord te gaan met het privacy statement en de algemene en aanvullende voorwaarden. Als vervolgens ook de verwijsbrief verwijsbrief geüpload is (of bevestigd is dat deze via zorgdomein rechtstreeks naar Mindler is verzonden), kan de cliënt een afspraak maken voor een triage-/intakegesprek met een van de in de app beschikbare behandelaren. 

Wanneer de verwijsbrief is ontvangen, gaan in de tussentijd tot aan de intake de backoffice en het triage team aan de slag. De backoffice beoordeelt of de verwijsbrief aan de formele eisen voldoet. Indien deze niet compleet is, neemt de backoffice contact op met de huisarts voor cliënt. Het triage team (bestaande uit een aantal psychologen) doet een globale screening en bekijkt op grond van de verwijsbrief of de problematiek en hulpvraag lijkt te passen in de Kortdurende Generalistische basis GGZ. Indien uit de brief direct contra-indicaties voor behandeling bij Mindler naar voren lijken te komen, neemt de psycholoog van het triage team contact op met de cliënt en de huisarts en wordt de cliënt terugverwezen. Wanneer de backoffice en het triage team hun akkoord hebben gegeven, wordt cliënt hiervan per beveiligde mail op de hoogte gesteld en kan het intakegesprek met de door de cliënt gekozen behandelaar doorgang vinden. 

14b. Binnen Mindler wordt de patiënt/cliënt doorverwezen naar een andere zorgaanbieder met een passend zorgaanbod of terugverwezen naar de verwijzer –indien mogelijk met een passend advies- indien de instelling geen passend aanbod heeft op de zorgvraag van de patiënt/cliënt: 

Ja 

15. Indicatiestelling  Beschrijf hoe de intake/probleemanalyse en indicatiestelling binnen uw instelling is geregeld (hoe komt de aanmelding binnen, hoe komt de afspraak met de patiënt/cliënt voor de intake tot stand, wie is in de intakefase de indicerend regiebehandelaar en hoe komt die beslissing tot stand (afstemming met patiënt/cliënt), waaruit bestaan de verantwoordelijkheden van de indicerend regiebehandelaar bij het stellen van de diagnose) 

Op het moment van het intakegesprek, ontmoet de cliënt zijn behandelaar online (in de app op zijn telefoon) op het door hem uitgekozen dag en tijdstip. Dit kan ofwel een psycholoog betreffen die (indicerend en coördinerend) regiebehandelaar is ofwel een medebehandelaar. Wanneer er sprake is van het eerste, is deze geheel zelfstandig verantwoordelijk voor diagnostiek, indicatiestelling en bepaling van de ernst, zorgvraagtype en het voorstel voor behandeling. Indien twijfel wordt er gebruikgemaakt van het vier-ogen-principe, waarbij een andere regiebehandelaar meekijkt bij het dossier. 

In het eerste intakegesprek wordt samen met de cliënt beoordeeld of de problematiek en hulpvraag passend is bij de zorg die Mindler kan bieden. Wanneer de problematiek te licht is voor behandeling binnen de Kortdurende Generalistische Basis GGZ wordt de cliënt terugverwezen naar de POH-GGZ of huisarts en wordt de huisarts hiervan op de hoogte gesteld. Als de problematiek te zwaar is en tevens het risico te hoog, dan wordt de cliënt direct terugverwezen naar de huisarts die daarvan meteen op de hoogte gesteld wordt. Indien de problematiek te zwaar wordt geacht, waarbij het risico echter laag is, dan wordt de cliënt doorverwezen naar de SGGZ en kan er tevens overwogen worden of er in de tussentijd aan een afgebakend doel gewerkt kan worden.

Indien de problematiek en hulpvraag passen bij het behandelaanbod van Mindler wordt de intake procedure vervolgd met een tweede en eventueel derde gesprek. In deze gesprekken wordt de problematiek verder onderzocht, wat uiteindelijk leidt tot een behandelplan. Wanneer de intaker medebehandelaar is (en geen regiebehandelaar; zie punt 6), vinden tussen hem en de regiebehandelaar waaraan hij gekoppeld is overleg plaats en vindt er aanvullend een gesprek plaats tussen de cliënt en de regiebehandelaar voor afronding van de intakefase. De regiebehandelaar draagt de eindverantwoordelijkheid voor het intakeproces, het stellen van de diagnose en het opstellen van een (voorlopig) behandelvoorstel.

Om goede diagnostiek te bedrijven en te komen tot een gedegen behandelplan, kan het soms wenselijk of noodzakelijk zijn om de partner van cliënt of andere naasten te betrekken. Tevens kan het wenselijk zijn om met de huisarts, POH-GGZ of andere betrokken professionals te overleggen. Dit alles gebeurt uiteraard in overleg met en na toestemming van de cliënt.

Als laatste worden er in de intakefase vragenlijsten afgenomen. Er wordt op zijn minst een vragenlijst afgenomen ten behoeve van de ROM (Routine Outcome Monitoring) en om de voortgang te kunnen monitoren. Daarnaast worden er soms aanvullende vragenlijsten afgenomen ter ondersteuning van de diagnostiek of de monitoring van de voortgang. 

16. Behandeling en begeleiding 

16a. Het behandelplan wordt als volgt opgesteld (beschrijving van proces en betrokkenheid van patiënt/cliënt en (mede-)behandelaren, rol (multidisciplinair) team): 

De intakefase wordt afgesloten met een (voorlopig) behandelplan. Dit is een overeenkomst die door de (mede)behandelaar samen met de cliënt en waar nodig met de regiebehandelaar is opgesteld. Hierin zijn in ieder geval opgenomen:

  • de reden van aanmelding,

  • de beschrijvende diagnose,

  • de hulpvraag van de cliënt,

  • de (smart geformuleerde) behandeldoelen,

  • de wijze waarop behandelaar en cliënt deze willen gaan bereiken (de in te zetten behandelvorm(en) en interventies, de duur van de behandeling, etcetera).

De behandelaar zet het (voorlopige) behandelplan, eventueel na akkoord van de regiebehandelaar, klaar in de portal van het EPD, opdat de cliënt deze kan lezen. De cliënt kan door deze werkwijze al voorafgaand aan het adviesgesprek het voorgestelde behandelplan goedkeuren.  Het adviesgesprek kan eventueel nog leiden tot enkele laatste aanpassingen, waarop het behandelplan definitief gemaakt wordt.

Het behandelplan vormt de rode draad gedurende de gehele behandeling en staat centraal tijdens de tussenevaluatie en de eindevaluatie met de regiebehandelaar. Eventueel kan dit leiden tot bijstellingen in het behandelplan. Van dit alles wordt verslag gedaan in het EPD. 

Wanneer de cliënt hiervoor toestemming geeft, wordt aan het einde van de intakefase tevens de huisarts schriftelijk op de hoogte gesteld van de bevindingen van de intake en het overeengekomen behandelaanbod.

16b. Het centraal aanspreekpunt voor de patiënt/cliënt tijdens de behandeling is de coördinerend regiebehandelaar (beschrijving rol en taken regiebehandelaar in relatie tot rol en taken medebehandelaars): 

In de intakefase is met de cliënt besproken wie diens regiebehandelaar is. Dit kan ofwel de uitvoerend behandelaar zelf zijn wanneer deze tevens regiebehandelaar is, ofwel kan dit een regiebehandelaar zijn die gekoppeld is aan de behandelaar wanneer deze fungeert als medebehandelaar. 

De (coördinerend) regiebehandelaar hoeft, wanneer deze niet de uitvoerend behandelaar is, niet continu direct betrokken te zijn bij de uitvoering van de behandeling. Doorgaans speelt deze een rol op de achtergrond, waarbij hij over de voortgang van de behandeling op de hoogte gesteld wordt tijdens de overleggen met de medebehandelaar. De medebehandelaar geeft vervolgens met de cliënt uitvoering aan de behandeling. De regiebehandelaar heeft in ieder geval direct contact met de cliënt in de intakefase en bij de tussen- en eindevaluatie. Daarnaast kunnen er op verzoek van de cliënt of diens behandelaar extra contactmomenten zijn wanneer de cliënt of de behandelaar daarom vraagt. Dit is in ieder geval zo wanneer er sprake is van een dreigende crisis of bij verwijzing naar de SGGZ.

De belangrijkste taak van de coördinerend regiebehandelaar, is het ervoor zorgdragen dat alle verrichtingen en interventies conform behandelplan verlopen en goed op elkaar afgestemd zijn. Wanneer hij zelf niet de uitvoerend behandelaar is, wordt hij door deze op de hoogte gehouden van het verloop van de behandeling. Indien er veranderingen in het behandelplan dienen te worden aangebracht (bijvoorbeeld bij een wijziging van de behandeldoelen of toevoeging van extra interventies) wordt de regiebehandelaar in deze keuzes betrokken. Hij vormt een belangrijk aanspreekpunt voor alle betrokkenen gedurende de gehele behandeling. 

Een belangrijke situatie waarin de regiebehandelaar betrokken wordt, is bij dreigende crisis. Wanneer hiervan sprake is, wordt hij door de medebehandelaar ingelicht. Indien dit tijdens kantooruren zo is, zorgt deze ervoor dat het protocol “Werkwijze bij suïcidale gedachten” in gang wordt gezet zodat cliënt op de juiste plek terechtkomt voor de benodigde zorg.

Voor een uitgebreid overzicht van de taken en verantwoordelijkheden van de regiebehandelaar en de (uitvoerend mede-)behandelaar verwijzen we hier naar het professioneel statuut, wat eveneens te vinden is op de website.

16c. De voortgang van de behandeling wordt binnen Mindler als volgt gemonitord (zoals voortgangsbespreking behandelplan, evaluatie, vragenlijsten, ROM): 

De voortgang van de behandeling wordt gemonitord in de tussenevaluatie en de eindevaluatie. In deze sessies bespreken de regiebehandelaar en de cliënt samen of de behandeling loopt conform het behandelplan, of deze nog steeds aansluit bij de hulpvraag van de cliënt en of de behandeling het gewenste resultaat heeft (gehad). Indien nodig kan hier het behandelplan bijgesteld worden. Het resultaat van de evaluatie wordt vastgelegd in het EPD en besproken met de uitvoerend behandelaar, indien deze zelf niet ook de regiebehandelaar is. 

Voorafgaand aan de evaluatiegesprekken worden tevens een of enkele vragenlijsten afgenomen. Dit is in ieder geval de ROM vragenlijst die in de intakefase is afgenomen. Eventueel kunnen de (mede)behandelaar of regiebehandelaar besluiten hier nog aanvullende vragenlijsten toe te voegen, waar dit passend lijkt. De resultaten worden in het evaluatiegesprek besproken in het licht van de fase waarin de behandeling zich bevindt.

16d. Binnen Mindler reflecteert de coördinerend regiebehandelaar samen met de patiënt/cliënt en eventueel zijn naasten de voortgang, doelmatigheid en effectiviteit van de behandeling als volgt (toelichting op wijze van evaluatie en frequentie): 

Zie 15c. 

16e. De tevredenheid van patiënten/cliënten wordt binnen Mindler op de volgende manier gemeten (wanneer, hoe): 

De tevredenheid van de cliënten wordt na afloop van de behandeling gemeten middels de CQI. Daarnaast vraagt Mindler in de app aan cliënten hoe deze ‘de gesprekken met de behandelaar’ en ‘de videokwaliteit’ hebben ervaren. Verder geven cliënten nadat zij contact hebben gehad met customer service aan hoe zij dit contact hebben ervaren. Als laatste laten cliënten waarderingen achter op ZorgkaartNederland. Deze tevredenheidswaarderingen worden meegenomen in de kwaliteitsmanagementcyclus met als doel de kwaliteit van zorg te verbeteren.

17. Afsluiting/nazorg 

17a. De resultaten van de behandeling en begeleiding en de mogelijke vervolgstappen worden als volgt met de patiënt/cliënt en diens verwijzer besproken (o.a. informeren verwijzer, advies aan verwijzer over vervolgstappen, informeren vervolgbehandelaar, hoe handelt instelling als patiënt/cliënt bezwaar maakt tegen informeren van verwijzer of anderen):

Een behandeling kan om verschillende redenen in de afsluitende fase terechtkomen. Meestal is dit wanneer het in het behandelplan vastgelegde aantal sessies heeft plaatsgevonden. Echter, dit kan ook zo zijn als: de cliënt eerder wil afsluiten, de SMART doelen eerder behaald zijn, de zorgvraag van de cliënt is vervallen of de cliënt doorverwezen wordt naar de SGGZ. In al deze situaties vindt er een eindevaluatie plaats tussen de regiebehandelaar en de cliënt. Gezamenlijk wordt beoordeeld of er nog verdere behoefte is aan zorg en hoe deze eruit dient te zien. De regiebehandelaar kan de cliënt (waar gewenst) verwijzen voor vervolgbehandeling in de SGGZ of terugverwijzen naar de huisarts voor nazorg via de POH-GGZ. Ook bestaat de mogelijkheid dat er aanvullende gesprekken gewenst zijn of dat er een nieuwe zorgvraag is, welke binnen Mindler behandeld kan worden. 

Bij de afsluiting draagt de regiebehandelaar er zorg voor dat het dossier volledig is en dat de huisarts (indien hier toestemming voor is) in de afsluitbrief op de hoogte gesteld wordt van het beloop en het resultaat van de behandeling en eventueel een advies voor nazorg. Mocht de cliënt niet instemmen met het verstrekken van informatie aan de huisarts, dan wordt hierover in gesprek gegaan en beoordeeld welke informatie wel gegeven kan worden, immers draagt de huisarts dan weer zorg voor de verdere psychologische zorgverlening.

17b. Patiënten/cliënten of hun naasten kunnen als volgt handelen als er na afsluiting van de behandeling en begeleiding sprake is van crisis of terugval: 

Wanneer cliënten na afsluiting van de behandeling opnieuw contact opnemen, worden er een aantal punten nagelopen. Komt de cliënt na 365 dagen terug, dan dient deze opnieuw verwezen te worden door de huisarts. Komt deze binnen 365 dagen terug en er is sprake van een nieuwe zorgvraag, dan kan de behandeling opgestart worden zoals bij een nieuwe aanmelding. Wanneer de cliënt binnen deze termijn terugkomt met dezelfde zorgvraag, dan wordt eerst beoordeeld of cliënt voldoende heeft aan een aantal vervolgsessies voor de eerder behandelde diagnose. Is dit de verwachting? Dan kan de behandeling weer opgestart worden nadat de huisarts op de hoogte gesteld is. Heeft de cliënt reeds aanvullende sessies gehad en is dit niet voldoende gebleken, of wordt ingeschat dat dit niet voldoende zou zijn, dan wordt er in eerste instantie gezocht naar een instelling waar cliënt naar kan worden doorverwezen, vervolgens wordt de cliënt terugverwezen naar de huisarts met het verzoek voor overbrugging tot aan de zorg in de SGGZ. Eventueel kan er worden overwogen om een afgebakend deel van de behandeling in de tussentijd op te pakken. 

De huisarts wordt na de intake schriftelijk geïnformeerd over de diagnose en de voorgenomen behandeling en na afsluiting over het beloop en het resultaat van de behandeling, inclusief een eventueel advies voor nazorg. Wanneer er sprake is van een (dreigende) crisis nadat de behandeling is afgesloten, dan dient de cliënt contact op te nemen met zijn huisarts of de huisartsenpost.

IV Ondertekening

Naam bestuurder van Mindler B.V.:  Taco Oerlemans 

Plaats:  Amsterdam 

Datum:  25-04-2023 

Ik verklaar dat ik me houd aan de wettelijke kaders van mijn beroepsuitoefening, handel conform het Landelijk kwaliteitsstatuut ggz en dat ik dit kwaliteitsstatuut naar waarheid heb ingevuld:  Ja 

Bij het openbaar maken van het kwaliteitsstatuut voegt de ggz-instelling de volgende bijlagen op de registratiepagina van www.ggzkwaliteitsstatuut.nl toe:  Een afschrift/kopie van het binnen de instelling geldende kwaliteitscertificaat (HKZ/NIAZ/JCI en/of ander keurmerk);  Zijn algemene leveringsvoorwaarden;  Het binnen de instelling geldende professioneel statuut, waar de genoemde escalatie-procedure in is opgenomen.