Iedereen is wel eens boos, maar als je een gedragsstoornis hebt ben je heel vaak boos en gefrustreerd. Ineens sta je dan weer driftig te schreeuwen tegen iemand. En waarom eigenlijk? Omdat er even iets niet gaat zoals jij wilt. Maar is dat nu zo erg? Eigenlijk weet je diep van binnen wel dat je misschien een beetje overdreven reageert op een klein akkefietje. Maar dat gebeurt de laatste tijd eigenlijk best vaak. Toch is een gedragsstoornis meer dan een paar keer flink boos zijn. Wat het precies inhoudt om een gedragsstoornis te hebben, daar lees je straks meer over. Het is goed om nu al te weten dat je voor je gedragsstoornis behandeld kunt worden. Een gedragsstoornis kan namelijk flink lastig zijn. En de mensen om je heen kunnen er net zo goed heel veel last van hebben. Daarom is het belangrijk om een gedragsstoornis te kunnen herkennen, zodat je er wat aan kunt doen.
Wat is een gedragsstoornis?
“Van de jongvolwassenen van 18 tot 24 jaar heeft 12,1 procent ooit een antisociale gedragsstoornis gehad en 3 procent een oppositioneel-opstandige gedragsstoornis (de Graaf e.a.,2010).”
Sommige mensen denken dat gedragsstoornissen alleen voorkomen bij kinderen. Maar gedragsstoornissen komen voor bij kinderen, jongeren én volwassenen. Als je een gedragsstoornis hebt dan reageer je anders op bepaalde zaken dan anderen. Je wordt bijvoorbeeld driftig of boos of je liegt, je zet je af tegen anderen, je luistert niet of je begint te schelden. Andere mensen vragen zich dan gauw af waarom jij je op die manier gedraagt en dat zorgt voor een hoop ellende. Jij voelt je niet begrepen, afgestoten, en je zelfvertrouwen krijgt een flinke deuk. Hierdoor kun je last krijgen van stress en gewone dagelijkse taken lukken ineens niet meer, waardoor je nog minder zelfvertrouwen krijgt.
Als je eenmaal in zo’n neerwaartse spiraal terecht komt is de weg naar een uitvlucht via bijvoorbeeld verdovende middelen maar kort. Ook komt het voor dat mensen met een gedragsstoornis op het criminele pad belanden of zelfmoord plegen. Dat betekent natuurlijk niet dat als je last hebt van een gedragsstoornis je per definitie verslaafd raakt, zelfmoord pleegt of een crimineel wordt.
Vroege en late variant
Een gedragsstoornis kan erge vormen aannemen. Zo kan iemand met een gedragsstoornis bijvoorbeeld dieren en mensen gaan mishandelen. Bij kinderen is er een vroege en een late variant van de gedragsstoornis. De vroege variant begint rond de peuter- of kleuterleeftijd en heeft een slechtere prognose dan de late variant die rond de puberteit begint. Overigens zijn het vaak de mensen rondom de persoon met de gedragsstoornis heen die hulp vragen, in plaats degene met de stoornis zelf.
Verschil tussen gedragsstoornis en gedragsproblemen
Een gedragsstoornis is niet hetzelfde als het hebben van gedragsproblemen. Een gedragsstoornis is namelijk aangeboren en gedragsproblemen komen voort uit bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld een scheiding of een andere aangrijpende gebeurtenis. Gedragsstoornissen vallen onder het overkoepelende begrip ontwikkelingsstoornis. Een gedragsstoornis kan niet genezen worden, maar je kunt er wel mee leren omgaan.
Oorzaken gedragsstoornis
Een gedragsstoornis heeft niet slechts één oorzaak. Het is een combinatie van factoren die ervoor zorgt dat iemand wel of niet een gedragsstoornis ontwikkelt. Zowel aanleg, als omgevingsfactoren spelen een rol. De factoren kunnen elkaar onderling versterken.
Is een gedragsstoornis erfelijk?
Een gedragsstoornis is erfelijk, maar dat betekent niet dat je het per se krijgt als één van je ouders een gedragsstoornis heeft. Een aangeboren afwijking kan er ook voor zorgen dat er een gedragsstoornis ontstaat. Soms zijn er bij kinderen met een gedragsstoornis kleine afwijkingen in de hersenfuncties te zien die de hormoonstoffen regelen. Deze hormoonstoffen zorgen ervoor dat impulsen en emoties beheerst kunnen worden. Als een kind deze afwijking heeft kun je dat al vrij jonge leeftijd zien. Ook het eigen karakter speelt een rol bij het wel of niet ontwikkelen van een gedragsstoornis. De een is nu eenmaal wat temperamentvoller van aard dan de ander.
Risicofactoren bij mens die bijdragen aan het ontwikkelen van een gedragsstoornis:
Erfelijkheid
Temperament
Neurobiologische factoren
Afwijkingen in de hormoonhuishouding
Vertraagde taalontwikkeling, lage intelligentie
Afwijkende sociale cognities
Tekorten in empathie
De adolescentie als ontwikkelingsfase
Omgevingsfactoren zijn van belang bij de ontwikkeling van een gedragsstoornis
Als je geboren bent met een gedragsstoornis dan hoeft dat niet te betekenen dat je later flink in de problemen komt, omgevingsfactoren zijn namelijk van groot belang bij de ontwikkeling van een angststoornis. Als je een stabiele basis hebt en een gelukkige opvoeding hebt (gehad) dan kan dit ervoor zorgen dat de ontwikkeling van de gedragsstoornis wordt ingedamd. Andersom zorgen slechte omgevingsfactoren ervoor dat een gedragsstoornis eerder wordt ontwikkeld. Bij kansarmen, eenoudergezinnen, gezinnen in scheiding, heel grote gezinnen en bij gezinnen met tienermoeders komt de antisociale gedragsstoornis opvallend vaak voor.
Omgevingsgebonden risicofactoren die bijdragen aan het ontwikkelen van een gedragsstoornis:
Roken en middelenmisbruik tijdens de zwangerschap, een laag geboortegewicht of zuurstofgebrek tijdens de bevalling
Opvoedingsmethode van ouders, bijvoorbeeld een heel strenge opvoeding of onvoldoende aandacht
Relatieproblemen tussen de ouders
Persoonlijkheidskenmerken van de ouders (bijvoorbeeld depressie)
Psychiatrische stoornissen bij de ouders
Criminaliteit van de ouders
Herhaalde wisselingen van de ouderfiguren
Mishandeling
Lage socio-economische status
Eén-ouder gezin
Sociaal isolement van het gezin
Een buurt met veel geweld
Uitstoting door de groep leeftijdgenoten
Aansluiting bij leeftijdgenoten met een slechte invloed
Ouders kunnen een grote rol invloed hebben op het ontwikkelen van een gedragsstoornis bij hun kind. Bepaald gedrag van de ouders zorgt ervoor dat een kind zich temperamentvoller kan gaan gedragen. Bij zulk gedrag kun je denken aan heel weinig grenzen stellen, toegeven aan driftbuien en geen duidelijke lijn trekken in de opvoeding.
Gedragsstoornis, ADHD en autisme
Vaak is er bij een gedragsstoornis ook sprake van onderliggende problemen, zoals bijvoorbeeld ADHD of autisme. Dit wordt comorbiditeit genoemd. Comorbiditeit is een van de redenen waarom het soms moeilijk is voor een professional om de juiste diagnose te stellen. ADHD is op zichzelf geen gedragsstoornis, hier is wel vaak verwarring over. ADHD wordt door de DSM 5 onder het kopje neurobiologische ontwikkelingsstoornissen geplaatst.
Welke gedragsstoornissen zijn er?
Psychologen stellen hun diagnoses aan de hand van de DSM V, de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. Dit is een klassensysteem gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek aan de hand waarvan een diagnose gesteld kan worden. In de DSM V worden gedragsstoornissen onder de ontwikkelingsstoornissen geschaard. Het handboek onderscheidt twee soorten gedragsstoornissen: ODD en CD.
ODD, Oppositional Defiant Disorder
ODD is een oppositionele-opstandige stoornis. Mensen/jongeren met deze stoornis zetten zich vaak af tegen bijvoorbeeld de ouders. Ook zijn ze vaak boos en gefrustreerd gedurende een langere periode.
CD, Conduct Disorders
CD is een normoverschrijdend-gedragsstoornis. Dat betekent dat het gedrag wat vertoont wordt niet acceptabel is voor anderen. De kenmerken van CD zijn heftiger dan bij ODD. Iemand met CD maakt zich bijvoorbeeld schuldig aan pestgedrag, dreigen, intimideren, agressief gedrag zoals vechten, stelen, spijbelen, narcistisch gedrag. Meestal is er sprake van een verminderd inlevingsvermogen.
Antisociale-persoonlijkheidsstoornis
In de DSM 5 wordt de antisociale-persoonlijkheidsstoornis ook aangehaald in het hoofdstuk Disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen. Dit omdat de antisociale-persoonlijkheidsstoornis een grote overlap heeft met de normoverschrijdend-gedragsstoornis. De uitgebreide uitleg over de antisociale-persoonlijkheidsstoornis vind je echter bij het hoofdstuk ‘Persoonlijkheidsstoornissen.’
Gedragsstoornis kenmerken en symptomen
Is er binnen jouw gezin sprake van een gedragsstoornis? Die diagnose kan alleen gesteld worden door een professional. Maar je kunt natuurlijk wel zelf een vermoeden hebben. Daarom is het handig om de kenmerken en symptomen van CD en ODD te kunnen herkennen. Daarom zetten we alle symptomen voor je op een rij:
Gedragsstoornis ODD: kenmerken en symptomen
Mensen met ODD vertonen meestal opstandig gedrag maar zijn niet gewelddadig. In de DSM 5 staat dat de criteria voor de oppositionele-opstandige stoornis nu in drie typen gegroepeerd zijn: boze/ prikkelbare stemming, ruziezoekend/openlijk ongehoorzaam gedrag en wraakzucht. Iemand met ODD kan bijvoorbeeld:
Driftig zijn
Zich verzetten tegen regels
Vaak ruzie hebben
Anderen de schuld geven
Wraakzuchtig zijn
Boos zijn
Gepikeerd zijn
Gefrustreerd zijn
Slecht luisteren naar opdrachten
Vaak geïrriteerd
Het is van belang om hierbij te vermelden dat iemand niet alle symptomen hoeft te hebben en dat er pas sprake is van ODD als iemand minstens zes maanden negativistisch, vijandig en openlijk ongehoorzaam gedrag vertoond.
Gedragsstoornis CD: kenmerken en symptomen
Bij CD zijn de symptomen heftiger dan bij ODD, er komt namelijk vaker geweld bij kijken. Die symptomen zijn onder te verdelen in vier groepen: 1 – Agressief gedrag, 2 – vernielen van eigendommen, 3 – bedrog of diefstal, 4 – ernstige overtreding van regels. Iemand met CD kan:
Pesten
Bedreigen
Intimideren
Wapen gebruik
Vechten
Lichamelijk letsel toebrengen
Dierenmishandeling
Stelen en liegen
Spijbelen en weglopen
Men spreekt pas van CD als er minstens twaalf maanden aanhouden gedrag wordt vertoond waarbij grondrechten worden geschaad of sociale normen worden overschreden.
Gevolgen van gedragsstoornis
De gevolgen van het hebben van een gedragsstoornis kunnen groot zijn. Door het afwijkende gedrag kunnen kinderen, jongeren en jongvolwassenen geen aansluiting vinden bij leeftijdsgenoten. Vaak worden ze buitengesloten. Bovendien kunnen mensen met een gedragsstoornis een leerachterstand oplopen en moeilijk nieuwe vrienden maken. Hierdoor krijgt men minder zelfvertrouwen, stress en negatieve emotionele gevoelens. Dit zorgt ervoor dat de gedragsstoornis in stand blijft en zelfs verergert. Het kan zelfs zover komen dat je door je gedrag dat voortkomt uit je stoornis in de criminaliteit belandt, of jezelf of anderen iets aandoet. Het is dus heel belangrijk om hulp te zoeken als je zelf een gedragsstoornis hebt, of wanneer je vermoedt dat een naaste een gedragsstoornis heeft.
Heb ik een gedragsstoornis? – De gedragsstoornis testen
Herken je jezelf in bovenstaande symptomen? Of heb je het idee dat er bij iemand die je kent sprake is van een gedragsstoornis, dan zou je online een test kunnen doen. Er zijn op het internet allerlei tests te vinden die je kunnen helpen bij het detecteren van psychische problemen. Een echt goede interactieve online test om te zien of jij of je kind een gedragsstoornis heeft is echter niet te vinden. Om erachter te komen of een kind een gedragsstoornis heeft, maken professionals gebruik van een van de volgende vragenlijsten:
CBCL Child Behavior Check List) voor 6- tot 18-jarigen/6-18 CBCL voor 1½- tot 5-jarigen YSR voor 11-18 jarigen, de Youth Self-Report for Ages 11-18 TRF voor 6-18 jarigen en TRF voor 1½-5 jarigen, Teacher’s Report Form for Ages 6-18, ages 1½-5 SNAP-IV ofwel de De Swanson Nolan and Pelham-IV MOAS, ofwel the Modified Overt Agression Scale
Is er sprake van een gedragsstoornis? Doe de test
Hoewel er dus nauwelijks tot geen interactieve tests te vinden zijn online die je kunnen helpen bij het uitzoeken of er sprake is van een gedragsstoornis, kunnen we natuurlijk wel de DSM er even bijpakken. Volgens het handboek is sprake van een gedragsstoornis als er binnen een jaar sprake is van 3 of meer van de onderstaande symptomen:
Agressie gericht op mensen en dieren:
1. Pest, bedreigt of intimideert vaak anderen 2. Begint vaak vechtpartijen 3. Heeft een ‘wapen’ gebruikt dat anderen lichamelijk letsel kan toebrengen (bijvoorbeeld een knuppel, steen, gebroken fles, mes, vuurwapen) 4. Heeft mensen mishandeld 5. Heeft dieren mishandeld 6. Heeft in een direct contact iemand bestolen (bijvoorbeeld iemand van achteren neerslaan, tasjesroof, afpersing, gewapende overval) 7. Heeft iemand tot seksueel contact gedwongen.
Vernieling van eigendom:
8. Heeft opzettelijk brand gesticht met de bedoeling ernstige schade te veroorzaken 9. Heeft opzettelijk eigendommen van anderen vernield (anders dan door brandstichting). Leugenachtigheid of diefstal:
10. Heeft ingebroken in iemands huis, gebouw of auto 11. Liegt vaak om goederen of gunsten van anderen te krijgen of om verplichtingen uit de weg te gaan (bijvoorbeeld oplichting) 12. Heeft zonder direct contact met het slachtoffer voorwerpen van waarde gestolen (bijvoorbeeld winkeldiefstal, maar zonder in te breken, valsheid in geschrifte).
Ernstige schendingen van regels:
13. Blijft vaak, ondanks het verbod van ouders, ‘s nachts van huis weg, beginnend voor het 13e jaar 14. Is tenminste tweemaal van huis weggelopen en ‘s nachts weggebleven (of eenmaal gedurende een langere periode zonder terug te keren) 15. Spijbelt vaak, beginnend voor het 13e levensjaar.
(Bron: Trimbos instituut) Heb je drie of meer symptomen aangevinkt, dan zou het zo kunnen zijn dat er sprake is van een gedragsstoornis. We schrijven hier ‘zou’ omdat de definitieve diagnose alleen gesteld kan worden door een professional. Je kunt natuurlijk met de informatie die je uit bovenstaande test hebt gehaald wel altijd aankloppen bij je huisarts. Je huisarts bepaalt verwijst je dan eventueel door. Of er sprake is van een gedragsstoornis is alleen te bepalen door een uitgebreid psychiatrisch onderzoek. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar degene die de gedragsstoornis misschien heeft, maar ook naar familieleden en de omgeving. Is er bijvoorbeeld ook sprake van ADHD binnen de familie, dan wordt dit meegenomen als aandachtspunt. Naar aanleiding van het uitgebreide onderzoek wordt een behandelplan opgesteld. Als je mentale problemen ervaart is de eerste stap om naar de huisarts te gaan.
Gedragsstoornis – Behandelingen
Je denkt dat jij, je partner, je kind of iemand in je nabije omgeving last heeft van een gedragsstoornis. Hoe nu verder? Hoe wordt een gedragsstoornis behandeld? Het goede nieuws is dat er behandelingen bestaan die ervoor zorgen dat jij veel beter met een gedragsstoornis kan leren omgaan.
Gedragsstoornis medicatie
Er kan medicatie worden voorgeschreven aan mensen met een gedragsstoornis. Daarbij is het wel of niet hebben van ook ADHD een belangrijke factor die in de gaten gehouden wordt. Er zijn namelijk medicijnen die niet alleen ADHD symptomen verminderen, maar tegelijkertijd ODD-CD symptomen laten afnemen. We hebben het dan over psychostimulantia zoals methylfenidaat. Ook adrenerge middelen zoals atomoxetine doen dit, maar in iets mindere mate. En dan is er nog risperidon, dat effect heeft op agressief gedrag. Dit wordt minder vaak voorgeschreven omdat de langetermijneffecten van dit middel en de bijwerkingen nog niet geheel bekend zijn.
Natuurlijk gedragsstoornis supplementen
Er zijn ook natuurlijke supplementen die je kunnen helpen bij het beter leren omgaan met een gedragsstoornis. Het is wel belangrijk om met je huisarts te overleggen voordat je overgaat tot het innemen van dit soort supplementen. Supplementen zijn geen geneesmiddel en zijn er puur om ervoor te zorgen dat bepaalde symptomen eventueel wat afgezwakt worden.
Omega 3 Onderzoek heeft aangetoond dat Omega 3 visvetzuren agressie bij volwassenen tegengaat. Bovendien heeft Omega 3 een gunstige werking op het concentratievermogen en de impulsiviteit, de gezondheid van hart en bloedvaten en op depressiviteit. Ook bij kinderen lijken de visvetzuren de prestaties te verbeteren. In 2006 werd er onderzoek gedaan naar het effect van visoliesupplementen op leerlingen van een school voor speciaal onderwijs. Naast gezond eten kregen de leerlingen gedurende zes maanden elke schooldag visolie. Na een half jaar bleek dat het gedrag van de jongeren verbeterde en er minder verzuimd werd. “Er waren nog wel uitbarstingen, maar die waren minder extreem, en fysieke inmenging van een leraar was minimaal nodig” volgens een van de medewerkers van de school.
Het onderzoek dat hierboven staat beschreven kunnen we echter niet aanmerken als een geldend klinisch onderzoek, omdat een controlegroep ontbrak. Hoewel er nog onvoldoende bewijs is om aan te tonen dat Omega 3 kan helpen bij gedragsstoornissen, zijn er wel degelijk aanwijzingen voor dat Omega 3 helpt om in ieder geval agressie te beperken.
Vitamine C Vitamine C kan zorgen voor een vermindering van stress bij mensen met een gedragsstoornis. Stress kan voortkomen uit het gevoel niet binnen de groep te vallen, of door bijvoorbeeld opgehoopte frustraties. Vitamine C verlaagt de hoeveelheid cortisol in het bloed waardoor iemand zich dus minder gestrest voelt. Of gezonde voeding en supplementen echt helpen bij psychische problemen is al sinds jaar en dag een punt van discussie binnen de wetenschap. Vertrouw voor een goede behandeling daarom altijd op het advies van je huisarts, psycholoog of psychiater.
Omgaan met een gedragsstoornis in het dagelijks leven
Een gedragsstoornis kan een flinke impact hebben op jouw leven en dat van anderen. Het is niet voor niets dat het vaak de omgeving is die hulp inschakelt van een professional voor iemand met een gedragsstoornis. Als je zelf een gedragsstoornis hebt is het leven niet altijd makkelijk. Je hebt er zelf last van en je merkt waarschijnlijk ook dat deze stoornis een flinke stoorzender kan zijn binnen de familie, je werk en je relatie. Hoe ga je daar nu goed mee om?
Gedragsstoornis en familie
Gedragsstoornissen komen het vaakst voor bij kinderen, jongeren en jong volwassenen. Vaak is er dus ook een gezin bij betrokken dat te maken krijgt met het lastige gedrag van een van de gezinsleden. Agressie, liegen, het continu tegendraads zijn. Het kan allemaal van flinke invloed zijn op het gezinsleven. In de therapie voor gedragsstoornissen worden daarom vaak ook andere gezinsleden betrokken. Degene met de gedragsstoornis wordt getraind om agressie in toom te houden en oplossingsgerichte vaardigheden te ontwikkelen, terwijl bijvoorbeeld de ouders opvoedingsvaardigheden meekrijgen en tools om hun kind te trainen in zelfcontrole.
Gedragsstoornis en werk
Ook op het werk kun je flink last hebben van gedragsstoornis. Natuurlijk is agressiviteit op het werk een grote no-go voor werkgevers. Maar ook ogenschijnlijk kleinere symptomen, zoals je verzetten tegen de regels en snel gefrustreerd raken maken van jou een minder leuke collega om mee om te gaan. Bovendien brengt een gedragsstoornis vaak een hoop stress met zich mee en dat kan ervoor zorgen dat je minder geconcentreerd bent op de taken die je moet uitvoeren. Hierdoor lukken de makkelijkste opdrachten soms niet waardoor je weer extra gefrustreerd raakt. Je komt dan dus in een negatieve spiraal terecht die absoluut niet bevorderlijk is voor de sfeer op de werkvloer.
Gedragsstoornis en relaties
Net als binnen een gezin en op het werk kunnen relaties ook erg lijden onder een gedragsstoornis. Maar als je een gedragsstoornis hebt dan hoeft dat natuurlijk niet te betekenen dat je per se een slechte partner bent. Door middel van therapie kun je met je gedragsstoornis leren omgaan en ook je partner kan bij dit proces betrokken worden.
Bronnen
https://link.springer.com/ https://nl.wikipedia.org/ https://www.dsm-5.nl/ https://www.kenniscentrum-kjp.nl https://onlinelibrary.wiley.com https://www.trimbos.nl https://www.apotheek.nl https://bibliotheek.ortho.nl http://news.bbc.co.uk https://www.volkskrant.nl